 
															Als A-pupil (nu U12) werd Tim Brouwer in 1989 lid van PSV en sindsdien loopt hij op een paar tussenpozen na rond op de Eindhovense atletiekbaan. We spreken de 46-jarige Geldroppenaar na een warme zaterdagochtendtraining, waarop hij met zijn junioren het onderdeel hoogspringen heeft geoefend.
Tim, in het dagelijks leven werkzaam als informatie-analist in het Catharina Ziekenhuis, heeft zijn aandacht verlegd naar het geven van trainingen. Hij ondersteunt zijn goede maat Cyriel Heijink bij de U14/U16-groep op zaterdag, waar ook kinderen van de internationale school bij aansluiten, en wil nog eens een eigen verspringgroep onder zijn hoede nemen. ‘Want dat onderdeel is wel echt mijn ding’, zegt Tim.
Zijn knie is helaas dusdanig versleten dat zelf springen door de impact op het gewricht niet meer gaat. ‘Het kriebelt nog steeds als ik anderen zie springen. Het geeft een heerlijk gevoel als je de afzet lekker raakt en dan die zweeffase hebt. Ik had de ambitie om bij de masters mijn wedstrijdjes te doen, sprong nog 5,67 meter, maar het is me niet gelukt om heel te blijven. Het lichaam werkt niet meer mee.’
Dat hij er aanleg voor had, werd al snel duidelijk en onder trainer Peter van Leeuwen haalde hij als junior de Nederlandse top. Hij en Mark Vlaanderen stimuleerden elkaar om nog beter te worden met verspringen en hinkstapspringen. ‘Een mooie tijd’, blikt Tim terug. ‘Bij de jeugd wonnen we veel wedstrijden in de regio, haalden podiumplaatsen op de NK’s, werden uitgenodigd voor de nationale springselectie. Daarvoor moesten we veel reizen naar Papendal en in die tijd ook de Houtrusthallen in Den Haag. We waren blij dat we met z’n tweeën waren, zodat onze ouders konden afwisselen met rijden. Het kost gewoon veel tijd, al ben ik nu zelf een ouder die het graag doet.’
Trotse vader
Hij vindt het superleuk dat dochter Hanna en zoon Jelle inmiddels ook lid zijn van Eindhoven Atletiek. Dat Hanna ‘snelle beentjes’ heeft, had Tim natuurlijk allang gezien. ‘Alleen zit de tennisbaan bij ons om de hoek. Op een gegeven moment gaf ze gelukkig aan dat ze op atletiek wilde en dat juich ik alleen maar toe. En nu merkt ze zelf ook dat ze echt snel is. Als ze een clubrecord loopt, ben ik een trotse vader. Maar het belangrijkste is dat ze er plezier in houdt en heel blijft.’
Daar weet Tim dus alles van. Een zware blessure remde zijn carrière af. ‘Je weet niet wat je tegenkomt op je pad. Ik werd op de eerste dag van mijn studie in Maastricht geschept door een auto. Bovenbeenbreuk, dan ben je twee jaar verder. Uiteindelijk heb ik daarna toch één keer over de zeven meter gesprongen.’
Hij stimuleert zijn junioren om aan wedstrijden mee te doen, ook omdat het een goede leerschool voor het leven is. ‘De spanning die je voelt, de drempels die je over moet. Ik heb veel geleerd van alles wat ik op de atletiekbaan heb meegemaakt. Ik keek als menneke tegen onze topatleten op, verslond vroeger de clubbladen voor de uitslagen.’
In zijn tijd had PSV een sterke baanploeg. ‘We hadden een herenploeg op het hoogste competitieniveau en nog een schaduwploeg één of twee niveaus lager. En nu brengen we met pijn en moeite een team op de been. Dat is schrikken, al denk ik niet dat we die tijden nog terugkrijgen.’
Tekst Linda Derksen
 
											

 
																 
																